Ben je hulpverlener of drager? Hoe innerlijke ruimte het verschil maakt.

November 26, 2024

               

Als hulpverlener draag je veel. Maar draag je misschien te veel? Het verlangen om anderen te helpen is prachtig, maar het kan ook een valkuil worden. Compassiemoeheid, vaak genoemd door Joan Halifax, ontstaat wanneer we zo intens betrokken raken bij het lijden van anderen dat het ons eigen welzijn aantast. Het is een risico dat veel hulpverleners kennen: je geeft alles, maar voelt je leeg.                              

Wat als ik je vertel dat je niet alles hoeft te dragen? Dat je vanuit innerlijke ruimte juist méér kunt bieden, zonder jezelf te verliezen?         

Het probleem: Te dichtbij staan                    

Als hulpverlener ben je vaak empathisch en afgestemd op de ander. Dit kan ervoor zorgen dat je:    

  • De emoties van de ander overneemt als je eigen gevoelens.
  • De spanning van de ander in je lichaam voelt, zoals druk in je borst of spanning in je nek.
  • Het gevoel hebt dat je "moet dragen" of "moet oplossen."

Deze over-identificatie kost je niet alleen energie, maar belemmert ook je vermogen om helder en effectief aanwezig te zijn.    

                        

De oplossing: Innerlijke ruimte    

Eckhart Tolle noemt het innerlijke ruimte: de bewustwording dat jij niet je gedachten, gevoelens, of sensaties bént. Je ervaart ze, maar je bent meer dan dat.  Wanneer je innerlijke ruimte creëert:             

  • Kalmeert je zenuwstelsel: Je schakelt van spanning (sympathisch zenuwstelsel) naar ontspanning en herstel (parasympathisch zenuwstelsel).
  • Blijf je onderscheid maken: Je ziet wat van jou is en wat van de ander komt.
  • Ben je effectiever: Vanuit rust en afstand kun je de ander beter begeleiden, zonder uitgeput te raken.                    

Hoe werkt dit in de praktijk?                      

    Hier zijn drie eenvoudige stappen om innerlijke ruimte te ervaren:    

  1. Neem bewust afstand van gevoelens en gedachten Als je spanning voelt, zeg tegen jezelf: “Dit is wat ik ervaar, maar het is niet wie ik ben.”
  2. Observeer zonder te reageren Visualiseer je emoties en gedachten als wolken die voorbij drijven. Ze komen en gaan, terwijl jij stevig geworteld blijft.
  3. Creëer mini-herstelmomenten Na elke intensieve sessie, adem bewust drie keer diep in en uit. Stel jezelf de vraag: "Wat heb ik nu nodig om aanwezig te blijven voor mezelf en de ander?

Het Resultaat: Meer geven door minder te dragen              

Innerlijke ruimte maakt je vrij. Het geeft je de rust om present te zijn zonder jezelf te verliezen. En paradoxaal genoeg kun je daardoor juist meer bieden: omdat je van binnen stevig staat.                         

Vraag jezelf eens af:      

  • Waar sta ik te dicht op mezelf of de ander?
  • Hoe kan ik ruimte creëren, niet alleen voor mijn cliënten, maar ook voor mezelf?                

Laat die vragen je gids zijn, want uiteindelijk ben je geen drager. Je bent een gids die ruimte creëert – voor de ander én voor jezelf.    

Durf jij ruimte voor jezelf te maken? Deel je gedachten hieronder in je commentaar – laten we samen leren!